De vlucht van Kuching naar Miri is in een uur gefikst. Op de luchthaven even een taxiticket regelen en om 4 uur plaatselijke tijd zijn in de Walk Inn, een schitterend onderkomen voor backpackers.
Na wat uitpakwerk gaan we op zoek naar Ming Café, een adres wat we van andere backpackers hebben gekregen en dat een bezoek meer dan waard is.
Hier in Miri lijkt het wel dat ze wat vrijer zijn met alcohol. In veel cafés wordt bier aangeboden, zo ook bij Ming Café. Hier is het zelfs twee bestellen en 3 krijgen; niet slecht bij deze temperatuur.
Ook het eten is er erg lekker. Daarna gaan we nog een stukje lopen om te kijken of Renée nog wat herkent van 34 jaar geleden en weer terug naar de Walk Inn om morgen de stad verder te verkennen.
Vanmorgen gaan we op zoek naar een Europees ontbijt, dus een broodje en een kopje koffie, maar dat valt vies tegen. Noodles, Mihoen en iets van soep staan overal op de kaart maar dat is op dit uur voor ons net te veel van het goede. We komen uiteindelijk terecht in een piepklein kruidenierswinkeltje waar we een cakeje en koffie kunnen krijgen. Een alleraardigste jonge dame vertelt ons over de teloorgang Miri en dat de Koning veel in eigen zak laat glijden en niets voor de bevolking doet. Sarawak is rijk aan zwarte peper, maar de opbrengst daarvan gaat grotendeels naar andere provincies.
We kijken wat rond in de Mega Mall naast ons Hostel en gaan daarna de stad in om te kijken of Renée na 34 jaar nog iets herkent.
Het is een stad met twee gezichten: de mensen zijn of knetterrijk of straatarm, dat is duidelijk zichtbaar.
We vinden nog wat herkenningspunten van Renée maar dat is inmiddels echt vergane glorie.
Lunchen doen we op een klein terrasje en dan gaan we even terug naar het Hostel om wat aan de blog te schrijven. Het is behoorlijk warm,30+ en een paar uurtjes airco kunnen we we wel gebruiken.
Nu nog even de kleine rugzakken inpakken voor een nacht naar de Deer Cave in Mulu en de inwendige mens verzorgen en klaar zijn Thomas & Renée!!
Selamat Malan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten